Op 3 en 4 september vond het evenement Middeleeuws Ter Apel plaats. Een paar van onze leden was daar al eerder geweest, maar voor de vereniging als zodanig was het de eerste keer. Dat was dan meteen een bereikte mijlpaal in onze geschiedenis. Immers niet iedere groep is zomaar welkom aldaar. De organisatie is kritisch op de historische juistheid van de presentatie van de deelnemers. Dat wij daar als vereniging welkom waren is dus een erkenning van het niveau dat wij in de afgelopen jaren hebben bereikt.
Verder bleek de organisatie open te staan voor de toelating van kruisbogen èn de eigen rol daarvan op het slagveld. Niet eerder is zoveel genoten op een re-enactmentveldslag door de kruisboogschutters. Eindelijk was het mogelijk om ook serieus wat pijlen af te kunnen schieten, vooral doordat zij waren losgekoppeld van de boogschutters.

Elf leden van onze laat-middeleeuwers zetten er een ruim kampement op. Ondanks de weinig goeds voorspellende weersverwachtingen, was het van vrijdag tot maandag prachtig weer.
Onze kookploeg, geleid door twee kundige dames (als zij zeggen: “roeren,” dan roer je, ook al zijn je gedachten bij Kerstmis, Pasen, Pinksteren of Sturm auf Zons) verzorgde drie heerlijke maaltijden. Het aardige van Ter Apel is, dat het voedsel wordt verstrekt, maar de deelnemers moeten dat bij kraampjes op de markt ophalen. Gewoon, tussen het publiek door. Op zaterdagavond werd er voor de re-enactors ook nog een vat bier aangeslagen in de taverne, wat de stemming natuurlijk meteen ten goede kwam (ook andere dranken waren beschikbaar).

Op de zaterdagochtend werden de groepen genood om de officiële opening met hun aanwezigheid luister bij te zetten. Het kwam zo uit dat wij vrij nadrukkelijk in beeld kwamen. De rest van de dag werd besteed aan het ophalen van proviand, het aanhalen van de banden met vrienden en kennissen en het speuren bij de handelaren naar die ‘onmisbare’ items die wij per se nodig menen te hebben. In ieder geval werd een mes, een paar stalen armbeschermers, een weefraam en een buidel aangeschaft.
Tegen half drie mocht het krijgsvolk zich gaan klaarmaken. Om drie uur appèl en om half vier de veldslag. Behalve ons krijgsvolk gingen er ook twee waterdragers mee. Voor één van hen was het de eerste keer op het slagveld. Aan de reacties naderhand te oordelen, was het een positieve ervaring. Let wel, deze waterdragers zijn van groot belang voor de krijgers in hun zware uitrustingen, vooral bij hoge temperaturen!

We hadden een simpel maar dynamisch scenario, waarbij alle legeronderdelen (kanonniers, boogschutters, kruisboogschutters en voetvolk) een mooi aandeel hadden. Zoals hiervoor al gezegd was het vooral genieten voor de kruisboogschutters, ondanks de opdracht het voorzichtig aan te doen en vooral laag te mikken. Na de slag kregen alle deelnemers zowaar soldij uitgekeerd in de vorm van twee consumptiemunten. Volgens goed oud gebruik werden die natuurlijk omgezet in de taverne, zodra alle uitrusting was afgelegd en een droge tuniek was aangetrokken.

De zaterdagavond was weer gezegend met het dobbelspel ‘huis van fortuin’ met de inmiddels bijbehorende wijn, luim en jolijt.
De zondag voltrok zich langs het zelfde plan, met dien verstande dat de kruisboogschutters was gevraagd wel voorzichtig te blijven, maar niet zo terughoudend als de eerste dag. Dat lieten zij zich geen twee keer zeggen. Menig ridder moest ervaren dat zij op een afstand van 40 à 50 meter niet veilig waren voor kruisboogpijlen. Eén schutter, die wekelijks oefent èn lekker in de flow zat, scoorde een aantal mooie hits. Uiteindelijk waren de piekeniers van de tegenstander het beu en chargeerden de kruisboogschutters. Die kozen daarop wijselijk het hazenpad.

De maandagochtend was het weer tijd om op te breken en huiswaarts te gaan. Wat blijft is een herinnering aan een zeer geslaagd weekeinde re-enacten. Dat niet alleen door de goede organisatie, maar ook doordat wij met zijn allen als team een fijn kampement hebben gedraaid.