In Deventer was het te doen.
Vanwege het Hanzefest werd er in het Deventer een mooi middeleeuws kampement neergezet. En ook vanuit het Gelre’s Overkwartier reisde een gezelschap omhoog naar deze magisch mooie stad.
Weldra weerklonk tussen de torenhoge bomen in het park het getrappel van vele duizenden voetstappen. Het waren vooral belangstellende hedendaagse lieden die de luyden uit het verre verleden kwamen bewonderen. Uit de tijd dat Deventer nog uit enkel een paar houten huisjes bestond was er zelfs een Noormannenboot aangelegd om de bezoekers een keer over de smalle loopplank aan boord te brengen. Wat zou het mooi zijn als we die zouden ‘lenen’ voor een ruige terugtocht naar ons eigen vertrouwde Ascloha.
Eh, ja. Daar kwamen we niet voor.
Trouwens, we hadden onze eigen vikingen thuis gelaten. We stonden er enkel met een klein clubje uit de late middeleeuwen. Een soort van verkenningsmissie zeg maar. Als voorbereiding op Middeleeuws Monfort in juli. En om Deventer in te nemen.
Onze eigen Gelre-krijgers hadden zich na enig overleg echter bij de Deventer stadswacht aangesloten. Ze vonden het eigenlijk best sneu als dit Overijssels pareltje krassen op zou lopen. Zelfs voor een groter Gelre vonden ze dat niet door de beugel kunnen. We hopen echter wel dat de Ridders van Gelre het kunnen verteren dat het mooie Deventer toch niet is ingelijfd.