Zo uit het niets duiken ze ineens op. Na een schijnbaar stille winter staat er ineens een bende vikingen voor de poort van het preHistorisch Dorp. En ze hebben zich reeds maanden voorbereid op deze missie.
Met een wijde zwaai draaid de poort open. Deze vikingen zijn welkom. Diplomatieke missie en vreedzame ambachtelijke uitwisseling staan op de agenda. En een vleugje schild en zwaard. Want als je eerlijk bent, kun je die laatste twee echt niet wegdenken uit een vikingbijeenkomst. Meteen vraag je je af wat er nog meer op het programma staat want naast een set grote ketels zie je ook een paar boomstammen liggen. En manden vol gekleurd garen, houten wiggen, kommen, kruiken en… wat beweegt daar tussen die doek?
Daar ligt een babietje te slapen. Sttt. Zachtjes dichterbij schuifelen. Een echte vikingbaby.
Op het menu staat gekookte haver met daarin ui, pastinaak en ook nog fris knapperige bosui. Het complete kookteam krijgt als beloning een daverend applaus dat vervolgens geëvenaard wordt door het gejuich voor het afwasteam. Zo snel was de vaat nog nooit weggewerkt.
Dag twee geeft dezelfde basis van haver die wordt verstrekd door een heerlijke pruimensaus met daarnaast voor de liefhebber nog kabeljauw. Een groot deel van de dag is daarmee telkens goed gevuld. Voor het complete recept, en zelfs nog meer, kun je een duik nemen in ‘An Early Meal’.
Verder wordt er meegedaan met de training van een vikinggroep uit Keulen, krijgt een den de kans om een set planken te vormen en kruisten draden elkaar op het weefraam op weg naar een mooie stof. Daarnaast nog een schier aan kleine klusjes waaronder kaartweven, naaldbinden, tuniek afwerken, de volgende stappen in de voorbereiding van een paar nieuwe keerschoenen en ander leerwerk. Kort samengevat: in de 9e eeuw is er altijd wel iets te doen. Vervelen is wellicht nog niet uitgevonden.
Johrstein Johrvikson
Met dank aan AmaraPhotos – amara4photos
Het winterseizoen is voorbij. Het voorjaar lonkt en we gaan weer activiteiten buiten ondernemen.
Dit betekent niet dat we in de winterperiode hebben stilgezeten. Integendeel, onze maandelijkse bijeenkomsten zijn steeds doorgegaan, binnen in de kelders van Kasteel Montfort.
Hoewel er geen bezoekers waren in de winterperiode, werden de maandelijkse bijeenkomsten gebruikt om van elkaar te leren, te werken aan kleding en uitrusting. Een groot gedeelte van onze leden heeft zelfs hun eigen schoenen gemaakt. Er werd met middeleeuwse technieken gehandwerkt, pijlen werden gemaakt en nog veel meer.
Buiten het praktische deel van deze bijeenkomsten was er uiteraard ook steeds tijd voor gezelligheid, samen eten en lekker bijkletsen.
Al het harde werk in de winterperiode helpt ons verder om onze presentatie in de zomerperiode op het kasteel en tijdens allerlei evenementen steeds beter te maken.
We verheugen ons er in elk geval op om bezoekers te ontmoeten en een blik te gunnen in het middeleeuwse leven.
Zondag 6 november 2022 was de eerste ‘kelderbijeenkomst’ van het winterseizoen 2022-2023. Met een opkomst van 19 personen, hadden we een behoorlijke groep binnen. We mochten enkele nieuwe leden begroeten en enkele ‘oudgedienden’ waren weer opgedoken. Vooral de Vikingsubgroep trekt de laatste tijd veel nieuwe leden.
Er was flinke bedrijvigheid. Een tent werd gerepareerd, een boog van nieuwe pees voorzien, heel veel sokken naalgebonden, leer bewerkt, een halsdoek gezoomd, kaartgewoven, een prototype kousenband (met Gelrese kleuren) beproefd, geschreven, Guédelon-foto’s grondig bestudeerd, (kook)boeken bestudeerd, met zwaard en beukelaar geoefend, en plannen voor komend jaar gesmeed.
De kelderbijeenkomsten zijn zonder publiek. Hoewel wij het graag middeleeuws houden, staan wij iets meer moderniteiten toe, die op een publieksevenement uit den boze zijn. Zo werd een fotoserie van Guédelon op een laptop bekeken en moderne boeken bestudeerd en een modern brilletje hier en daar. Dit stelt ons in staat om deze bijeenkomsten optimaal te benutten om kennis op te doen en over te dragen en tòch bij onze middeleeuwse doelstelling te blijven.
De sfeer zat er goed in en de dag vloog om.
Op 3 en 4 september vond het evenement Middeleeuws Ter Apel plaats. Een paar van onze leden was daar al eerder geweest, maar voor de vereniging als zodanig was het de eerste keer. Dat was dan meteen een bereikte mijlpaal in onze geschiedenis. Immers niet iedere groep is zomaar welkom aldaar. De organisatie is kritisch op de historische juistheid van de presentatie van de deelnemers. Dat wij daar als vereniging welkom waren is dus een erkenning van het niveau dat wij in de afgelopen jaren hebben bereikt.
Verder bleek de organisatie open te staan voor de toelating van kruisbogen èn de eigen rol daarvan op het slagveld. Niet eerder is zoveel genoten op een re-enactmentveldslag door de kruisboogschutters. Eindelijk was het mogelijk om ook serieus wat pijlen af te kunnen schieten, vooral doordat zij waren losgekoppeld van de boogschutters.
Elf leden van onze laat-middeleeuwers zetten er een ruim kampement op. Ondanks de weinig goeds voorspellende weersverwachtingen, was het van vrijdag tot maandag prachtig weer.
Onze kookploeg, geleid door twee kundige dames (als zij zeggen: “roeren,” dan roer je, ook al zijn je gedachten bij Kerstmis, Pasen, Pinksteren of Sturm auf Zons) verzorgde drie heerlijke maaltijden. Het aardige van Ter Apel is, dat het voedsel wordt verstrekt, maar de deelnemers moeten dat bij kraampjes op de markt ophalen. Gewoon, tussen het publiek door. Op zaterdagavond werd er voor de re-enactors ook nog een vat bier aangeslagen in de taverne, wat de stemming natuurlijk meteen ten goede kwam (ook andere dranken waren beschikbaar).
Op de zaterdagochtend werden de groepen genood om de officiële opening met hun aanwezigheid luister bij te zetten. Het kwam zo uit dat wij vrij nadrukkelijk in beeld kwamen. De rest van de dag werd besteed aan het ophalen van proviand, het aanhalen van de banden met vrienden en kennissen en het speuren bij de handelaren naar die ‘onmisbare’ items die wij per se nodig menen te hebben. In ieder geval werd een mes, een paar stalen armbeschermers, een weefraam en een buidel aangeschaft.
Tegen half drie mocht het krijgsvolk zich gaan klaarmaken. Om drie uur appèl en om half vier de veldslag. Behalve ons krijgsvolk gingen er ook twee waterdragers mee. Voor één van hen was het de eerste keer op het slagveld. Aan de reacties naderhand te oordelen, was het een positieve ervaring. Let wel, deze waterdragers zijn van groot belang voor de krijgers in hun zware uitrustingen, vooral bij hoge temperaturen!
We hadden een simpel maar dynamisch scenario, waarbij alle legeronderdelen (kanonniers, boogschutters, kruisboogschutters en voetvolk) een mooi aandeel hadden. Zoals hiervoor al gezegd was het vooral genieten voor de kruisboogschutters, ondanks de opdracht het voorzichtig aan te doen en vooral laag te mikken. Na de slag kregen alle deelnemers zowaar soldij uitgekeerd in de vorm van twee consumptiemunten. Volgens goed oud gebruik werden die natuurlijk omgezet in de taverne, zodra alle uitrusting was afgelegd en een droge tuniek was aangetrokken.
De zaterdagavond was weer gezegend met het dobbelspel ‘huis van fortuin’ met de inmiddels bijbehorende wijn, luim en jolijt.
De zondag voltrok zich langs het zelfde plan, met dien verstande dat de kruisboogschutters was gevraagd wel voorzichtig te blijven, maar niet zo terughoudend als de eerste dag. Dat lieten zij zich geen twee keer zeggen. Menig ridder moest ervaren dat zij op een afstand van 40 à 50 meter niet veilig waren voor kruisboogpijlen. Eén schutter, die wekelijks oefent èn lekker in de flow zat, scoorde een aantal mooie hits. Uiteindelijk waren de piekeniers van de tegenstander het beu en chargeerden de kruisboogschutters. Die kozen daarop wijselijk het hazenpad.
De maandagochtend was het weer tijd om op te breken en huiswaarts te gaan. Wat blijft is een herinnering aan een zeer geslaagd weekeinde re-enacten. Dat niet alleen door de goede organisatie, maar ook doordat wij met zijn allen als team een fijn kampement hebben gedraaid.
Zondag 7 augustus 2022 vond weer onze reguliere bijeenkomst op kasteel Montfort plaats. Dat had een ‘zomerfestival’ opgezet met extra rondleidingen, ‘oud-hollandse’ spelletjes en het prachtige en geestige poppentheater Plansjet. Dat leidde tot meer bezoekers dan normaal die de weg naar het noordertaluud wisten te vinden.
Daar was ons kampementje van één tent en twee luifels opgezet. Eén luifel voor de Vikingen en één voor de late middeleeuwers. Wel lekker dicht tegen elkaar, zodat we onder elkaar toch goed contact hadden.
Nadat al het spul met vereende krachten was opgezet, deden twee van onze leden ’s-morgens, voordat het te warm werd, wat oefeningen met zwaard en beukelaar (heel klein schild). Verder werd onder de luifels gewerkt aan wol, hout, pijlen maken en schrijven. Daarbij werd natuurlijk veel gebabbeld over onze periodes en informatie uitgewisseld.
We mochten ons verheugen in de warme belangstelling van het publiek, dat geïnteresseerd luisterde naar onze uitleg over het maken van pijlen, koordmaken met een lucetvork, schrijven met ganzenveer en zo voort. Tussendoor was er ook nog ruimte voor het schiet een paar pijltjes.
Verder mochten wij ons verheugen in de terugkomst van een oud lid, de definitieve intrede van een nieuw lid en de aanmelding van geïnteresseerden. Met onze herintreedster is de vereniging een bak aan kennis over allerhande kruiden en hun toepassing rijker.